begroting 2019

4.2 Investeringen

4.2 Investeringen

In dit onderdeel wordt ingegaan op de investeringen die de komende jaren nodig zijn. Te denken valt hierbij aan infrastructuur, scholen en andere welzijnsvoorzieningen.

Sinds de invoering van het BBV in 2004 is het verplicht om de activa en investeringen in te delen in de categorieën economisch nut en maatschappelijk nut. Activa en investeringen met een economisch nut zijn alle zaken die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen en/of doordat deze verhandelbaar zijn. Activa met een economisch nut moeten worden geactiveerd. Reserves mogen niet meer in mindering worden gebracht op deze investeringen en er dient op consistente wijze op te worden afgeschreven.

Bij de totstandkoming van het BBV is er voor gekozen dat investering met een maatschappelijk nut,  zijnde investeringen in de openbare ruimte zoals wegen en bruggen, niet verplicht hoefden te worden geactiveerd. Begin 2016 zijn de voorschriften met betrekking tot activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut gewijzigd.  Investeringen met een maatschappelijk nut moeten worden geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichte activering geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2017 worden gedaan.

Uitvoeringsprogramma Buitenruimte

Bij raadsbesluit van 3 juli 2014 is besloten de duurzame instandhouding van de verschillende onderdelen van de openbare ruimte, samen te brengen in het Uitvoeringsprogramma Werken Buitenruimte Aalsmeer. Hierbij heeft een optimalisatieslag plaats gevonden in afstemming van werkzaamheden en inzet van beschikbare financiële middelen. Alle onderdelen van de openbare ruimte binnen het uitvoeringsprogramma betreffen investeringen met maatschappelijk nut, met uitzondering van de rioleringsinvesteringen.
Op 5 juli 2018 heeft een actualisering plaatsgevonden van dit uitvoeringsprogramma, waarbij het bestedingsplan 2018/2019 en de bijbehorende inzet van middelen is vastgesteld. Het betreffen totaalbedragen aan kosten van zowel jaarlijks- en groot onderhoud, als kosten van vervangingsinvesteringen. Vanaf 2017 geldt dat de systematiek van activering en afschrijving voor alle investeringen wordt gelijk getrokken. Investeringen met maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en afgeschreven.
Hierdoor nemen de kapitaallasten voor de komende jaren toe. De hogere afschrijvingslasten kunnen gedekt worden uit een te vormen dekkingsreserve voor kapitaallasten activa maatschappelijk nut (onder gelijktijdige verlaging van de reserve onderhoud onbebouwde buitenruimte). De kapitaallasten die voortvloeien uit de rioleringsinvesteringen worden gedekt uit de rioolheffing.

Ter dekking van de kosten van te activeren vervangingsinvesteringen, die binnen de budgetten van het uitvoeringsprogramma voor 2019 zijn opgenomen, wordt voorgesteld de volgende kredieten toe te kennen:

Investeringen buitenruimte (bedrag x € 1.000)*

2019

2020

2021

2022

- Kunstwerken

1.040

- Wegen

3.469

- Water

80

- Groen

269

- Spelen

420

- Verkeer

677

- Openbare verlichting

352

- Riolering

873

Totaal investeringen

7.180

0

0

0

Overige investeringen riolering
De investeringen in riolering binnen het Uitvoeringsprogramma buitenruimte betreffen investeringen in vrijvervalriolering. Daarnaast vinden er nog investeringen plaats in drukriolering en gemalen. Voor  2019 is hiervoor  een maximaal bedrag van € 310.000 opgenomen. Wat de uitvoering betreft is hier nog geen concrete invulling aan gegeven. Voor de jaren na 2019 zijn bedragen opgenomen conform het GRP.

Overige investeringen maatschappelijk nut
Voor de inrichting van het voormalig VVA-terrein is in de Lentenota een bedrag van € 4,485 miljoen opgenomen.  Van de Stichting Leefomgeving Schiphol (SLS) wordt voor dit project een bijdrage verwacht van maximaal € 2,383 miljoen. De uitgaven voor 2019 worden geraamd op € 1,33 miljoen.
Daarnaast worden als gevolg van nieuwe fasering uitgaven verwacht in 2019 voor de Ongestoorde Logistieke Verbinding (€ 5,665 miljoen) en de inrichting buitenruimte facilitaire projecten (€ 1,194 miljoen).
De genoemde investering zijn opgenomen op het overzicht investeringen van programma 4.

Investeringen met economisch nut
Voor de kapitaallasten die voortvloeien uit de overige investeringen met economisch nut is er een algemeen investeringsplafond van € 50.000. Voor 2019 wordt er invulling gegeven aan dit plafond door een investering in het grasveld op het sportpark Calslagen van € 82.000, een transportwagen begraafplaats van € 44.000 en voor een aanvullend krediet van € 420.000 ten behoeve van de nieuwbouw Triade.
Voor de jaren 2020 tot en met 2022 wordt geïnvesteerd in de velden 4, 5 en het hoofdveld van het sportpark Calslagen en de velden 2 en 3 van sportpark Hornmeer (zie het overzicht investeringen op het programma Onderwijs en ontplooiing).

Investeringen in bovenwijkse voorzieningen
Ook de investeringen in bovenwijkse voorzieningen moeten vanaf 2017 verplicht worden geactiveerd. De kredieten voor bovenwijkse voorzieningen worden voor het totaalbedrag van de investering aangevraagd in het startjaar, terwijl de uitgaven gefaseerd plaatsvinden.
In 2019 zijn de aanleg van de Burgemeester Hoffscholteweg en de Molenvlietweg in uitvoering. Binnen dit proiect wordt het deel van de aansluiting van de Molenvlietweg op de Aalsmeerderweg aangemerkt als bovenwijkse voorziening.  In onderstaande tabel staan de  gefaseerde uitgaven vanaf 2019 vermeld.
De reconstructie van de Machineweg tussen de Aalsmeerderweg en de Legmeerdijk wordt in 2018/2019 voorbereid. Op basis van de werkzaamheden wordt vastgesteld welk deel van de investering als bovenwijkse voorziening moet worden aangemerkt. De uitvoering zal niet plaatsvinden voor 2019.

De kosten van aan te leggen openbare voorzieningen (m.n. gebiedsontsluitingswegen) waarvan het nut zich uitstrekt over een groter gebied dan het gebied van de grondexploitatie waarin deze voorziening ligt, worden ten laste van meerdere grondexploitaties gebracht. Dergelijke voorzieningen worden aangemerkt als bovenwijkse voorzieningen en mogen voor de financiering een beroep doen op de reserve Bovenwijkse voorzieningen. De reserve Bovenwijkse voorzieningen wordt op haar beurt gevoed uit bijdragen van direct belanghebbenden als projectontwikkeIaars en individuele grondexploitaties op basis van een
kostenverhaalsystematiek die is vastgelegd in de nota bovenwijkse voorzieningen Aalsmeer 2015.
Voor de omvang van de toerekening van deze kosten zijn de volgende criteria van belang:

  1. Er is profijt of nut van de bovenwijkse voorziening voor de ontwikkeling van de bouwlocatie;
  2. Er bestaat een causaal verband tussen de kosten van de bovenwijkse voorziening en de bouwgrondexploitatie;
  3. Als meerdere bouwlocaties profijt hebben van bepaalde kosten, worden deze kosten naar rato verdeeld over de betrokken bouwlocaties.

De nota bovenwijkse voorzieningen met daarin de uitgangspunten voor kostenverhaal en omvang voorzieningenniveau wordt voor 2019 geactualiseerd.

Investeringen bovenwijkse voorzieningen (bedrag x € 1.000)*

2019

2020

2021

2022

- Burgemeester Hoffscholteweg

1.371

285

- Rotonde Molenvlietweg

1.304

652

Totaal investeringen

2.675

937

0

0