begroting 2019

2.8 Algemene dekkingsmiddelen

Financiën

Financiën

Bedrag x € 1.000

Rekening

Begroting

Begroting 2019

Begroting

Begroting

Begroting

Programma

2017

2018

Lasten

Baten

Saldo

2020

2021

2022

8.1 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds

-30.636

-30.804

0

-32.777

-32.777

-33.897

-34.865

-35.764

8.1 Belastingen overig

-1.744

-1.752

64

-1.780

-1.716

-1.716

-1.716

-202

8.1 Overige baten en lasten

-574

234

853

-4

849

1.978

2.949

3.681

8.1 OZB Niet woningen

-3.484

-3.338

110

-3.788

-3.678

-3.678

-3.678

-3.678

8.1 OZB Woningen

-4.161

-4.390

390

-4.987

-4.597

-4.907

-4.907

-4.907

8.1 Treasury

-1.546

-1.693

152

-1.405

-1.253

-1.428

-1.386

-1.351

8.1 Vennootschapsbelasting (VPB)

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal saldo van baten en lasten

-42.146

-41.742

1.569

-44.740

-43.171

-43.647

-43.602

-42.220

Reservemutatie

-5.846

0

124

-5.221

-5.097

124

124

124

Resultaat

-47.992

-41.742

1.692

-49.961

-48.269

-43.523

-43.478

-42.096

Treasury
Op het taakveld treasury worden de lasten en baten van de verschillende deelnemingen en de rekening bij het SVN opgenomen, evenals de lasten en baten van de financieringsfunctie.

Dividenden
De gemeente Aalsmeer ontvangt totaal € 748.000 dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Eneco, Stedin en De Meerlanden holding NV. Daarnaast ontvangt de gemeente een rentevergoeding van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN). Onder de lasten staan de rentelasten over de verschillende deelnemingen en de rekening bij het SVN.

Saldo financieringsfunctie
In deze meerjarenraming wordt afgerond structureel € 5,5 ton als structureel dekkingsmiddel geraamd. Dit saldo bestaat uit rentebaten over onze algemene reserve en de bestemmingsreserves. Omdat we deze middelen in eigen kas hebben zijn er geen externe financieringskosten voor een lening voor nodig.  Daarnaast zit in dit saldo  het renteresultaat van de financieringsfunctie, het verschil tussen onze interne rentetoerekening (1,5%) en de werkelijke rentekosten.

De bespaarde rente over de algemene reserve en de bestemmingsreserves bedraagt structureel afgerond € 6 ton. Het renteresultaat is voor 2019 ruim € 0,5 negatief.

In paragraaf 4.4 Financiering wordt nader ingegaan op de financieringsfunctie.

OZB en belastingen overig
Onder de lasten zijn de kosten opgenomen die te maken hebben met de invordering van belastingen, het opleggen van aanslagen en de kosten voor de waardering van Wet waardering onroerende zaken (WOZ) objecten. Een deel van de invorderingskosten wordt terugontvangen door deze te verhalen.
De baten bestaan uit de gemeentelijke belastingen die geen directe relatie hebben met een bepaalde gemeentelijke taak. Belastingopbrengsten kunnen vrij worden besteed door de gemeente. De opbrengst voor forensen- en (water)toeristenbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing en begraafrechten worden op de desbetreffende programma’s verantwoord.

 

 x  € 1.000 

Omschrijving algemene belasting

2019

Onroerende zaakbelasting woningen

3.788

Onroerende zaakbelasting niet-woningen

5.251

Belastingen overig:

Roerende zaak belasting

50

Hondenbelasting

125

Reclamebelasting

89

Precariobelasting

1.516

Totaal algemene belastingen

10.819

Verhaal kosten invordering

39

Totaal

10.858

In de paragraaf lokale heffingen staat een nadere onderbouwing van de opbrengsten en de verschillende tarieven.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
In de raming is rekening gehouden met de effecten zoals gepresenteerd in de Lentenota 2018. Daarnaast is ook de meicirculaire 2018 verwerkt in de ramingen voor 2019 tot en met 2022.

De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt gepresenteerd in lopende prijzen. Dit betekent dat we onze eigen aanname hanteren over de loon en prijsontwikkeling na 2018 en hier afwijken van de prijsontwikkeling bruto binnenlands product die het Rijk als handreiking  presenteert aan gemeenten. De ontwikkeling van het bruto binnenlands product is namelijk grillig en geeft geen goede weergave van de daadwerkelijke loon- en prijsontwikkeling. Door onze eigen uitgangspunten te hanteren zijn we hierin flexibeler. Voor de structurele ontwikkeling is een stelpost opgenomen. De hier gepresenteerde stelpost nominaal gaat uit van een trendmatige loonontwikkeling van 3% in 2020 en 2021 en 2,5% in 2022. De prijsontwikkeling schatten we voor de jaren 2020, 2021 en 2022 in op 2%. Met deze trendmatige handelswijze wordt voorkomen dat jaarlijkse fluctuaties in de nominale ontwikkeling direct noodzaken tot begrotingsbijstellingen. In de stelpost is tevens rekening gehouden met een areaal toename conform huidige planvorming. Deze handelswijze wordt ingegeven vanuit prudent begrotingsbeheer. Aanwending van deze stelpost zal via de reguliere P&C documenten plaatsvinden.

Deze stelpost nominaal is een grove berekening.

stelpost nominaal

2020

2021

2022

conform raadsbrief meicirculaire

 dd 3-7-18

1.014

1.856

2.699

Overige baten en lasten
Onder de overige baten en lasten zijn bedragen opgenomen die niet verwerkt zijn in de programma’s omdat deze vrijwel niet toe te delen zijn. Het meerjarig oplopende saldo hiervan wordt voornamelijk veroorzaakt door de reservering voor loon- en prijsstijgingen en het investeringsplafond investeringen met economisch nut.

Ontwikkeling saldo algemene dekkingsmiddelen
Onderstaande tabel begint met het meerjarig saldo van de algemene dekkingsmiddelen uit de primitieve begroting 2018, gevolgd door een opsomming van de mutaties na de primitieve begroting 2018 wat uiteindelijk resulteert in een meerjarig saldo begroting 2019. De onderverdeling van het meerjarig saldo naar taakvelden wordt gegeven in de tabel aan het begin van dit hoofdstuk.