Risicobeheer
In de wet Fido is een tweetal kwantitatieve normen opgenomen om ongewenste renterisico’s te voorkomen. Deze kwantitatieve eisen zijn gericht op het bevorderen van een solide financiering en beperking van het renterisico.
Kasgeldlimiet
De kortlopende schuld wordt getoetst aan de hand van de kasgeldlimiet. Onder de kasgeldlimiet wordt verstaan het maximale bedrag dat de gemeente voor kortlopende leningen mag lenen in een bepaald jaar. Dit bedrag is gelijk aan 8,5 % van de begrotingsomvang[1].
Dit komt voor Aalsmeer overeen met een volume van zo’n € 8,5 miljoen, op basis van de omvang van de primitieve begroting ad € 100 miljoen. De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van ongewenste renterisico’s die ontstaan door het aangaan van overmatig korte termijnfinancieringen.
Renterisiconorm
De fido-norm voor lange financiering houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossing en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal (primitieve begroting € 100 miljoen euro). Het doel van deze norm is: hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering.
De norm geeft niet aan hoeveel een gemeente langlopend mag financieren, maar hoeveel zij maximaal mag aflossen.
Onderdeel van de berekening vormt het bedrag aan renteherziening. Dit is voor Aalsmeer niet van toepassing. Het betreft hier namelijk leningen waarbij op basis van de leningvoorwaarden de rente door de tegenpartij eenzijdig kan worden herzien. De leningenportefeuille bevat geen leningen met deze voorwaarde.
De renterisiconorm bedraagt voor Aalsmeer ongeveer € 20 miljoen. Met andere woorden: de aflossing op de aangetrokken gelden mag in de komende jaren niet meer bedragen dan genoemd bedrag per jaar.
Rentevisie
Op basis van de meerjarige prognose met betrekking tot benodigde en beschikbare financieringsmiddelen wordt bepaald of in de meerjarige financieringsbehoefte wordt voorzien. We verwachten in 2019 nieuwe financieringsmiddelen te moeten aantrekken op basis van de huidige liquiditeitsprognoses. Het schatkistbankieren leidt er toe dat overtollige liquiditeiten slechts bij het Rijk mogen worden uitgezet.
Kredietrisico en relatiebeheer
Het kredietrisico wordt beperkt doordat in het treasurystatuut eisen worden gesteld aan de tegenpartij. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden garanties en zekerheden geëist.
De gemeente Aalsmeer heeft alleen beleggingen en uitzettingen die in het verlengde van de publieke taak liggen. Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten zoals opties, swaps en futures.
Momenteel heeft de gemeente aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten, Eneco, Stedin, Meerlanden Holding NV, Green Park Aalsmeer Gebiedsontwikkeling BV en Exploitatie Sportaccomodaties Aalsmeer BV.
Daarnaast worden overtollige liquide middelen via een tussenrekening bij de BNG tijdelijk uitgezet bij de schatkist.
De gemeente beschikt over een krediet- en depotarrangement met de Bank Nederlandse Gemeenten. Dit heeft tot doel om tijdelijke overschotten of tekorten aan liquide middelen bij de bank uit te lenen of op te nemen, tegen een vooraf afgesproken rentevergoeding. Aalsmeer heeft hier het afgelopen jaar geen gebruik van gemaakt. Naast de overeenkomst met de BNG heeft de gemeente een rekening-courant met de Rabobank.
[1] Bepalingen rondom de kasgeldlimiet zijn opgenomen in de wet Financiering decentrale overheden (Fido).