Beleid van de lokale heffingen

Belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid zijn:

• Het toepassen van een jaarlijkse indexering voor loon- en prijsontwikkeling, indien wettelijk toegestaan;
• Het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
• Terughoudendheid ten aanzien van verhoging lokale lastendruk.

Indexering
Samen met de belastingverordeningen worden de definitieve tarieven in de raadsvergadering van december vastgesteld. Hierbij kunnen als gevolg van nadere preciseringen/ontwikkelingen nog kleine afwijkingen ontstaan in de nu vermelde tarieven.
Uitgezonderd de precarioheffing kabels en leidingen is bij de berekening van de tarieven rekening gehouden met een indexering van 2%. Voor de bouwleges, grafrechten afvalstoffenheffing en de rioolheffing geldt wel dat de indexatie alleen zal plaatsvinden als de kostenontwikkeling hier ook ruimte voor biedt. Dit is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de loonindex van 2,75% en de prijsindex van 1,25%, conform besluitvorming Lentenota.

Kostendekkende tarieven retributies
Uitgangspunt bij de retributies is maximaal 100% kostendekkendheid. Alle kosten die toegerekend kunnen worden, worden doorvertaald in de verschillende tarieven.

Toerekening van overhead
In het BBV (besluit begroting en verantwoording) waar de programmabegroting van een gemeente aan moet voldoen is bepaald dat op consistente wijze de overhead aan de tarieven moet worden toegerekend. Aalsmeer heeft als uitgangspunt toerekening van de overhead aan de tarieven op basis van de directe ambtelijke capaciteit. Dit is vastgelegd in de financiële verordening Aalsmeer 2017-I die op 20 april 2017 is vastgesteld.

Concreet betekent dit, dat de totale overheadkosten worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe ambtelijke capaciteitsinzet. Dit levert een overheadpercentage op dat in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen wordt gehanteerd. Het overheadpercentage voor de begroting 2019 bedraagt 77%. Dit percentage is als volgt berekend: