Overige risico's
Regionaal ingekochte specialistische jeugdhulp 2018
Per 1 januari 2018 wordt gewerkt met de nieuwe regionale inkoopsystematiek specialistische jeugdhulp. Daarbij wordt uitgegaan van een segment B (specialistische jeugdhulp: vaste tarieven) en een segment C (hoogspecialistische jeugdhulp: all-inn tarieven per instelling). Het achterliggende idee is dat alles wat nodig is op het gebied van jeugdhulp binnen het vastgestelde tarief gebeurt. Voor aanbieders betekent het dat ze gemiddeld genomen uitkomen met de tarieven.
Uit de conversie (overgang cliënten, die vanuit 2017 zijn overgegaan naar de nieuwe systematiek) en gegevens van de aanbieders lopende het jaar blijkt dat deze nieuwe systematiek vooralsnog grote nadelige financiële gevolgen laat zien voor Aalsmeer. In overleg met de regiogemeenten en aanbieders wordt verder gezocht naar verklaringen en worden maatregelen ingezet om de stijgende tekorten voor 2018 en later zoveel mogelijk te beperken. Tot minimaal 2020 zijn wij gebonden aan de regionale contracten en de regionale inkoopwijze. Lopende 2018 en 2019 zullen wij ons alvast oriënteren op mogelijke alternatieven.
Wij schatten dit risico voor de bepaling van onze weerstandscapaciteit in op € 1,5 miljoen. Deze inschatting is gebaseerd op de overschrijding 2018 bij ongewijzigd beleid.
Eigen bijdrage Wmo-voorzieningen
In het regeerakkoord is een wijziging van de berekening van de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen opgenomen. Het voornemen is om vanaf 1 januari 2019 de inkomensafhankelijke eigen bijdrage te vervangen door een vast tarief van € 17,50 per periode. De verwachting is dat door de introductie van dit vaste tarief er 10% meer aanvragen worden ingediend (met name voor Hulp bij Huishouden) met een stijging van kosten tot gevolg. Daarnaast dalen onze inkomsten uit de eigen bijdrage voor deze voorzieningen, naar verwachting met € 220.000. In de meerjarenraming Aalsmeer is geen rekening gehouden met een volumestijging binnen het sociaal domein.
Voor bovenstaande ontwikkeling is voor de bepaling van onze weerstandscapaciteit € 0,2 miljoen meegenomen.
Baggerdepot
De werkzaamheden en de inkomsten/uitgaven van het baggerdepot zijn afhankelijk van de externe partijen Hoogheemraadschap Rijnland AGV en Waternet. Voorheen was het de gemeente die baggerde binnen haar gemeentegrenzen. Nu is zij afhankelijk van de aanvoer van bagger via deze externe partijen die hun eigen planning bepalen. Dit heeft effect op de bedrijfsvoering van het baggerdepot.
Omgevingswet
De invoering en de implementatie van de Omgevingswet betreft een omvangrijk en complex proces dat vele jaren in beslag zal nemen. De ontwikkelingsrichting van de regelgeving en het gedachtegoed zoals de Omgevingswet die voorstaat is helder. De wet vervangt circa 26 sectorale wetten en ongeveer 120 bestaande maatregelen van bestuur in de sfeer van wonen en bouwen. Doelstelling van deze wet is om het eenvoudiger te maken voor initiatiefnemers in ruimtelijke ontwikkelingen en tevens sneller en met minder kosten tot een vergunning te kunnen komen. Voor de interne organisatie betekent dit een omwenteling in de manier van werken. Inmiddels is een transitieteam ingericht om de implementatie van deze wet in de organisatie tot stand te brengen.
Onderhoudsplan begraafplaats
Tot 2017 werden de ontvangen afkoopsommen voor het onderhoud van begraafplaatsen en verlenging van het grafrecht in de exploitatie verantwoord. Om in toekomstige onderhoudskosten te kunnen voorzien, zijn in de jaarrekening 2017 twee voorzieningen gevormd: afkoop onderhoud begraafplaats en uitgifte graven. Deze voorzieningen zijn opgebouwd uit ontvangen afkoopsommen vanuit contracten met een ingangsdatum vanaf 2017 (omvang van € 62.000 respectievelijk € 191.000). Momenteel wordt een onderhoudsplan voor het toekomstig onderhoud opgesteld en zal, mede op basis van het gewenste onderhoudsniveau van de begraafplaats, de benodigde omvang van de voorzieningen blijken. Het is aannemelijk dat de voorziening moet worden aangevuld, ook al omdat de gevolgen van contracten van vóór 2017 een plek in het onderhoudsplan moeten krijgen.
Digitale transformatie
Het Rijk stuurt aan op volledige digitalisering van de dienstverlening. In 2010 hebben de gezamenlijke overheden een visie vastgesteld met ambities waaraan de dienstverlening in 2020 moet voldoen.
Ook van de overheid wordt verwacht dat zij producten en diensten van uitstekende kwaliteit, met minder mensen en middelen levert, waarover ook verantwoording wordt afgelegd. Daarbij verwacht de inwoner een gebruiksvriendelijkheid, snelheid en transparantie gelijk aan commerciële organisaties. Dit betekent dat de organisatie en de werkwijze, wil de gemeente de mogelijkheden benutten, zich aanpast aan het digitale tijdperk.
In de raadsbrief van 27 februari 2018 ‘Voortgang en vooruitblik digitalisering’ hebben we beschreven hoe wij de digitale transformatie aan willen pakken en hebben we een eerste inschatting gemaakt van de hiermee gemoeide bedragen. Er wordt gewerkt aan een nadere onderbouwing met te maken keuzes en mogelijke dekkingsmogelijkheden.
Apparaatskorting Rijk
Buiten het weergegeven meerjarenbeeld valt de oplopende apparaatskorting die het Rijk gemeenten vanaf 2023 oplegt. Voor Aalsmeer moet in de jaren 2023 tot 2025 rekening gehouden worden met een nog niet zichtbaar structureel nadeel oplopend naar € 500.000 in 2025.
Vervallen risico's t.o.v. de jaarrekening 2017
De volgende risico's zijn ten opzichte van de paragraaf weerstandsvermogen in de jaarrekening 2017 komen te vervallen:
Risico | Reden |
De oude veiling | Met de opening in september 2018 start een nieuwe fase in de exploitaties. Vanaf 2018 zal moeten blijken of de vooraf ingeschatte exploitatie voor alle partijen haalbaar is. Dit vatten we onder normale bedrijfsvoeringsrisico's en wordt niet meer afzonderlijk opgenomen. |
Wachtgelden oud bestuurders | Risico had betrekking op het recht op wachtgeld oud-bestuurders. Voor de bestuurswisseling 2018 is een voorziening opgenomen. |